Posterpresentaties 30 nov 2017

Samuel Nello [Poster]
Towards a better understanding of urban cycling environments
* Het project gaat over het creëren van een fietsgeöriënteerde ruimtelijke omgeving. Hierover is vooral gepubliceerd in Angelsaksische landen, wat betekent dat het vaak gaat over kwantitatieve aspecten van fietsen en minder over bijvoorbeeld de kwaliteit van de omgeving. ‘Veel onderzoek gaat over hoe de omgeving tot een bepaalde mate van fietsen leidt. Maar ik ben ook geïnteresseerd in de vraag hoe fietsen leidt tot een bepaald soort omgeving. Daarover gaat maar 5% van de studies die ik heb gevonden.’
* Bij de vragen uit de zaal kwam nog ter sprake dat het fietsen in Nederland niet alleen toeneemt, maar hier en daar ook afneemt. Welke factoren zijn daarbij in het geding? Welke condities zijn nu noodzakelijk voor het goed kunnen fietsen?

Matthew Bruno [Poster]
Governance, innovatie en de fiets: de rol van gebruikerskennis in de opbouw van een duurzaam verkeerssysteem
* Matthew doet onder meer onderzoek in Eindhoven naar fietsstraten en snelfietsroutes. Hij is ook benieuwd naar fietsbeleid voor en na de verkiezingen van maart 2018. Hij wil liever niet alleen uitgaan van data (vanwege het gevaar van technocratie), maar ook van de beleving van echte gebruikers.
* Dat leidde tot de vraag wie Matthew in zijn onderzoek tot de gebruikers rekent. Op een fietsstraat fietsen immers niet alleen fietsers. Er zijn ook scooters en wandelende bewoners e.d. En is een fietsstraat tegelijkertijd ook geen onderdeel van een grotere structuur en een groter netwerk (zowel fysiek als qua actoren)? Is een fietsstraat eigenlijk een vorm van shared space?

George Liu [Poster]
Innovation in urban design for cycling
* Hoofdvraag van George’s onderzoek is hoe ruimtelijk ontwerp kan bijdragen aan een positieve fietsbeleving. Het is een typisch Nederlands onderwerp, want buitenlandse literatuur gaat meer over fietsveiligheid, afstanden en snelheden. George en Samuel werken samen en ook werkt George samen met de NHTV waar en VR-omgeving beschikbaar is. ‘Heel goed dat we dingen rond ruimtelijk ontwerp eerst virtueel kunnen testen, want echte fysieke experimenten in de daadwerkelijke ruimte zijn wel erg duur!’
* Vragen uit de zaal gaan onder andere over het type omgeving: gaat het project alleen over steden of ook over het buitengebied? George is van mening dat ook het Nederlandse buitengebied al behoorlijk urbaan van aard is, maar inderdaad kun je ‘design’ ook interpreteren als ‘landscaping’. Maar bijvoorbeeld fietsenstallingsomgevingen (zoals waar Amsterdam mee bezig is) vallen er niet direct onder. En ook hier weer de vraag: wie zijn precies de gebruikers – alleen de fietsers?

Hugo Kampen [Poster]
Vitaliteit van stad en regio: hoe werken sociale en technische innovaties in de praktijk?
* Dit project draait om kosten en vooral baten van innovaties; het living lab in kwestie speelt zich af op de fietsverbinding tussen Zwolle en Dalfsen. Daar worden nu nog geen aparte doelgroepen van elkaar onderscheiden, wat wel in de volgende stap gaat gebeuren.
* Vanuit de zaal werd nog gewezen op onderzoek van Goudappel Coffeng (GC): een nulmeting wat betreft fietsbeleving op verschillende plekken in Amsterdam en Utrecht. De resultaten komen in de zomer van 2018 beschikbaar; ook is er door GC een meta-onderzoek gedaan naar fietsstimulering: waarom werkt de ene maatregel op de ene plek wel en op de andere plek niet? Nog een vraag: gaat de aanleg van de fietsroute wel snel genoeg voor het onderzoeksproject? Dat tijdsaspect is inderdaad een uitdaging voor de onderzoekers.

Arnoud van Waes [Poster]
Business model innovation and socio-technical transitions, a new prospective framework with an application to bikesharing
* Er is nu een typologie van deelfietssystemen ontwikkeld; elk systeem heeft zijn eigen uitdagingen en opschalingspotentieel. Duidelijk is dat juist de meer innovatieve (free floating) modellen tot aanvaringen met bestaand beleid leiden, zoals recent in Amsterdam. Hoe gaat ondernemers daar vervolgens weer mee om?
* Vragen uit de zaal gingen onder meer over de succesfactoren van deelfietssystemen en over de vraag of je als overheid nu geld moet investeren of niet: traditionele fietsssytemen zijn afhankelijk van aangelegde infrastructuur, innovatieve modellen niet (en die gaan dus ook met minder publieke investeringen gepaard). De vraag is ook hoeveel invloed je als overheid wilt op deelfietsen en wat je er beleidsmatig mee wilt bereiken. Niet alle fietsdeelsystemen gaan over fietsstimulering; soms is het echt alleen maar een verdienmodel. Zou je niet vooral naar de daadwerkelijke maatschappelijke waardecreatie moeten kijken?